A.

Bijnamen voor leraren

Ben: De pasjes afpakker

Willems: Youtuber

Fonetisch schrift:

Dit is een schrift waar je de notatie anders schrijft, de taal komt meestal uit het latijns. Fonetisch schrift is ontworpen om alle klanken die in de menselijke taal voorkomen te noteren. Deze schrift is er omdat je in de normale schrift niet weet hoe de taal precies klinkt.

Voorbeelden:

Begin 3

De wagen draait de bosweg in. Takken schrammen het dekzeil en de twee dieren hebben de grootste moeite om het gevaarte door de modder vooruit te krijgen. Roya kijkt achterom naar Xulo. Xulo heeft de reis nog nooit gemaakt en is alleen maarmeegegaan omdat zij dat wil. Roya krijgt er steeds meer spijt van dat ze Xulo heeft gevraagt mee te komen.

mZe zijn opweg naar Tilburg. Xulo is benieuwd hoe de stad zou zijn. Xulo zit alleen maar te praten over hoe ze denkt dat de stad zou zijn. Roya negeert haar maar gewoon.Ze komen aan in het kleine dorpje. De kinderen rennen achter de kar aan alsof ze nog nooit zoiets hebben gezien. Xulo vindt het helemaal geweldig en kijkt heel verbaasd maar ook heel blij. Ze stappen uit de kar. Xulo vraagt meteen 'Daarom renden hun achter ons aan Roya?'  Roya antwoord 'Dat kom je straks wel te zien'. Xulo kijkt haar raar aan. De dorpshoofd Alexander loopt naar hun toe en schreeuwt tegen de kinderen dat ze weg moeten. De dorpshoofd vraagt of hun mee gaan naar zijn huis. Onderweg ziet Xulo dat de stad heel arm is en alle mensen daar kijken haar aan. Een klein meisje loopt naar hun toe en vraagt of ze wat te eten voor haar heeft. 'Nee sorry klein meisje ik heb niks' zegt Xulo. Het meisje loopt verdrietig weg.

Ze komen dichterbij het huis van de man. Ze lopen door een grote poort en daar staat een heel groot huis. De man pakt wat thee en ze gaan aan de tafel zitten. 'Waarom zijn alle mensen zo arm in deze stad?' vraagt Xulo. Roya kijkt haar boos aan. 'wat?' zegt Xulo. 'Nou zie je Xulo vroeger was dit dorpje een vredig en mooi dorpje waar iedereen gelijk was, maar toen brak er een burger oorlog uit tussen relschoppers en de burgers zelf' zegt Alexander. 'Dus ze hebben alles verwoest hier'.zegt Xulo. 'Ja dat klopt' zegt Alexander. 'Kunnen we dan helemaal niks doen voor deze arme mensen' zegt Xulo. 'Jawel alleen hebben we het geld er niet voor' zegt alexander. Ze blijven uren door praten over hoe ze de mensen kunnen helpen. 'We moeten terug naar ons dorp' zegt Roya'.

Ze lopen terug naar de kar, en er komen weer kinderen om hun heen bedelen. 'Rustig maar alles komt goed, ik kom snel terug met geld om jullie te helpen' zegt Xulo. Ze zitten in de kar op de terug weg naar hun eigen dorp. 'Waarom wil je hun zo graag helpen?' zegt Roya. Xulo geeft geen antwoord.

Ze zit de hele tijd te praten, Ze heeft er genoeg van. Ze wil zeggen dat ze haar bek moet houden, maar ze durft het niet goed te zeggen. Het regent hard en het stormt. Kan deze dag nog erger?! Ze negeert haar gewoon, misschien dat ze zo ophoudt met praten. ¨ Eindelijk ze stopt ¨ denkt ze. Het stopt eindelijk met stormen en ze gaan samen een wandeling maken. Alles is verwoest door de storm. Er liggen allemaal bomen die zijn omgewaaid. En er zijn ook dieren gevonden die zijn komen te overlijden door de storm. Ze horen geratel in de bosjes, ze gaan erheen om te kijken wat het is. Ze zijn bang. Ze kijken heel voorzichtig door de bosjes, maar ze zien niks. Ze duwen de bosjes weg en kijken wat het is. Het is blijkbaar maar de wind, maar er ligt daar een hele grote hert en die leeft nog, maar hij is half dood. Ze proberen hem te redden, maar het lukt niet. Ze willen hem uit zijn lijden helpen. Maar ze weten niet hoe. Dus Ze kijken toe met tranen in hun ogen. Ze lopen terug, ze zien in een keer dat er minder paarden stonden dan daarvoor, ze roepen het paard. Waar zou het paard toch zijn? Ze moeten hem wel snel vinden want het word dadelijk donker en dan is het gevaarlijk in het bos. Ze gaan naar hem opzoek. Ze komen uit op een boerderij. Ze kijken of hun paard daar staat. En ja hoor hij staat daar in de wei. Ze kijken of de boer er staat. En ze vragen of ze het paard terug kunnen krijgen. Maar hij zegt nee ik hem hem daar gevonden hij stond daar in zijn eentje. Maar dat paard is van ons wij maakte een wandeling en lieten de paarden daar staan zeiden ze. Hij zei: ¨ oke jullie mogen hem hebben maar ik wil er wel wat geld voor vangen¨. Ze zeiden nee het is ons paard we willen hem nu. Ze gaan weg en ze gaan verzinnen hoe ze het paard terug kunnen stelen. Ze wachten een uurtje zodat het donker word. En ze gaan dan het paard terug pakken. Het lukt ze. Ze gaan snel terug naar hun dorpje en vertellen aan iedereen wat er was gebeurd. Ze hebben heel veel geluk gehad.

schrijven fictie